Er zijn geen specifieke procedures voor het betwisten van de authenticiteit van een authentieke akte. De verklaringen van de partijen bij de authentieke akte kunnen inhoudelijk worden betwist door het leveren van tegenbewijs. Iemand de de authenticiteit van een akte betwist, moet bewijs leveren ofwel dat de akte vervalst is ofwel dat de persoon die de akte opgesteld heeft hiertoe niet gerechtigd was. In dit opzicht is er geen verschil tussen het betwisten van de authenticiteit en van de materiële geldigheid. Als de betwisting succesvol is, kan de authentieke akte niet meer ten uitvoer worden gelegd. De feitelijke tenuitvoerlegging kan worden betwist door middel van een “geschil ter zake van tenuitvoerlegging”.
Voor de verjaring gelden de algemene regels, hetgeen betekent 20 jaar. Zie art. 3:306 van het Burgerlijk Wetboek.